Na WO1 krijgen vrouwen in zeer vele landen kiesrecht. Niet zo in België. In New York, Berlijn, Londen en Parijs ontstaat de “New Woman” of “La garçonne”. Een aantal jonge Belgische vrouwen trekt naar Parijs en inspireert er zich in avant-garde kunst. Marthe Donas, Marthe Guillain, Yvonne Serruys, Jane Carion en Akarova brengen die nadien mee naar Brussel. Ook Jenny Montigny wordt kosmopoliet in Londen, waar ze de WO1 ontvlucht. Bij haar terugkeer in Deurle ontwikkelt ze een heel persoonlijke stijl en maakt tijdloze portretten van Vlaamse kinderen. In 1932 komt de Russische Elisabeth Ivanovsky  studeren in de La Cambre kunstschool in Brussel. Ze brengt het Russisch constructivisme mee en lanceert een nieuwe illustratiekunst.  Suzanne Fabry studeert aan de Brusselse academie en maakt fraaie portretten. Gilberte Dumont schildert vanaf 1935 magisch-realistische portretten en landschappen in Charleroi. Yvonne Serruys uit Menen maakt een mooie carrière als beeldhouwster in Parijs. Tien artiestes worden voorgesteld.