KUNSTENARESSEN EN HET FEMINISME – 1960-1990
In 1969 ontstaat het feminisme in NY samen met andere contestatie-bewegingen zoals civil rights, Black Panthers, de anti-Vietnam- en LGTB protesten. Kunstenaressen houden straatprotesten en eisen erkenning in musea. Ze organiseren alternatieve expo’s over vrouwen. Vanaf 1980 kan een klein aantal uitstekende artiesten doordringen in de grote musea. Ze zijn allen actief sinds de jaren ’50 en inmiddels hoogbejaard w.o. Louise Bourgeois, Lee Krasner, Agnes Martin, Joan Mitchell, Yayoi Kusama en Alice Neel. Hun werken gingen de mist in omdat het establishment van museumcuratoren, verzamelaars, galerijhouders en critici quasi uitsluitend uit mannen bestond. Nog in de jaren ’80 kan een aantal jonge feministische kunstenaressen ook doorgroeien zoals fotografe Cindy Sherman en conceptuele artieste Barbara Kruger, die de USA op de Biënnale van Venetië in 1982 vertegenwoordigt. Sinds 2014 halen werken van deze kunstenaressen bijzonder hoge prijzen. Hetzelfde jaar wordt de Japanse kunstenares Yayoi Kusama zelfs uitgeroepen tot “de meest populaire kunstenares ter wereld”. We kijken naar 10 top-artiesten: Lee Krasner (USA), Joan Mitchell (USA), Agnes Martin (USA), Yayoi Kusama (Japan), Niki de Sainte Phalle (Frankrijk), Bridget Riley (UK), Alice Neel (USA), Louise Bourgeois (Frankrijk), Cindy Sherman en Barbara Kruger (USA).